St.-Stanislasspeelschaar

Wie vooraf graag wat leest over het land waar we tien dagen doorheen reizen, kan misschien even langslopen bij de boekenwinkel om een goeie reisgids.

Toegegeven, je kunt heel wat informatie vinden op het internet. Maar zeg nu zelf... Er gaat toch niks boven een mooi geïllustreerd boek dat je kunt koesteren?! Vlei je neer in de zetel of op je bed en lees af en toe wat over Italië en de steden die we bezoeken.

Bij de voorbereiding gebruikten wij hoofdzakelijk de ANWB Navigator en de Michelin Groene Gids van Italië. Beide reisgidsen zijn rijkelijk gedocumenteerd en geïllustreerd. Beide liggen goed in de hand, maar vooral de ANWB Navigator leest vlot en aangenaam. Misschien iets om ook mee te nemen op reis? En wat dacht je van een wegenkaart om je af en toe eens te kunnen situeren onderweg?

Voor wie toch maar liever aan zijn scherm gekluisterd blijft, brengen we hier wat beknopte informatie over Italië. Misschien zet dit je dan toch op weg naar... een goed boek! Persoonlijk heb ik hier ook al uren met plezier zitten typen en turen op het scherm. Maar een boek... dat blijft anders!!!

Maar goed, daar gaan we... Italië...

Geografisch

Van noord naar zuid gemeten is Italië 1300 km lang. Het land steekt met zijn typische laarsvorm diep in de Middellandse Zee. Het reliëf is ruw en heel afwisselend. De laagvlakten nemen ongeveer een vierde van de totale oppervlakte van ruim 300.000 km² in beslag. Rondom bespoelen de Ligurische, Tyrrheense, Ionische en Adriatische zeeën de bijna 7500 km lange kustlijn.

De Alpen, die tijdens het Tertiaire tijdperk zijn ontstaan door een plooiing van de aardkorst, vormen een reusachtige grenslijn in het Noorden. Ze vormen niet alleen een natuurlijke bescherming, maar zijn ook een reusachtig reservoir aan elektrische energie. Passen en tunnels maken het verkeer met Frankrijk en Noord-Europa mogelijk. Vanuit Zwitserland rijden wij via de 17 km lange St.-Gotthardtunnel Italië binnen. Het hoogste punt van het Alpenmassief is de 4810 m hoge Mont Blanc. Tussen de heuvels aan de voet van de Alpen en de uitgestrekte Povlakte liggen talrijke meren die ontstaan zijn door gletsjerwerking. De gekendste zijn het Lago Maggiore, het Gardameer en het Comomeer.

De Apennijnen, een gebergte dat als zijtak van de Alpen bij Genova (Genua) begint en tot in Sicilië doorloopt, zijn in een iets later stadium ook door een tertiaire plooiing ontstaan. Zij delen het schiereiland in tweeën. De grotendeels uit kalkgesteente bestaande bergen zijn minder hoog dan die in de Alpen. De hoogste top ligt in het massief van de Gran Sasso op 2914 m hoogte.

Ook de eilanden Sicilia (Sicilië) en Sardegna (Sardinië) en enkele groepen kleinere eilanden behoren tot Italië.

Bevolking

Italië telt ruim 58 miljoen inwoners, wat neerkomt op een gemiddelde bevolkingsdichtheid van 196 inwoners/km². Daarmee is Italië het vijfde dichtsbevolkte land van Europa, na Nederland (452), België (335), Engeland (246) en Duitsland (231). Ongeveer een derde van de bevoking woont in de provinciehoofdsteden. Een belangrijke factor in het demografische evenwicht is migratie. De laatste jaren is het aantal buitenlanders dat in Italië komt wonen, sterk gestegen.

Staat

Na een referendum op 2 juni 1946 is op 27 december 1947 de huidige grondwet afgekondigd. Op 1 januari 1948 werd deze van kracht en werd Italië een democratische republiek. Sindsdien zijn er meer dan 50 regeringen geweest! De ambtstermijn van de president is zeven jaar. De huidige president is Carlo Azeglio Ciampi. De huidige eerste minister is Silvio Berlusconi.

President Carlo Azeglio Ciampi	Eerste minister Silvio Berlusconi

De Italiaanse staatsvorm is federaal opgebouwd. Naast de macht van de staat, is er ook de macht van de twintig regio's. De indeling in twintig regio's was al voorzien in de grondwet van 1948, maar is pas in 1970 werkelijkheid geworden. De regio's zijn nog eens onderverdeeld in 95 provincies die op hun beurt weer zijn opgesplitst in ruim achtduizend gemeenten met een burgemeester aan het hoofd.

 

De twintig "regioni" of regio's.

Geschiedenis

De geschiedenis van Rome en Italië vertellen is natuurlijk een enorm uitgebreid verhaal. We verwijzen jullie hiervoor graag naar een interessante tekst met links op Wikipedia.

Economie

Ondanks de verschillen tussen Noord en Zuid is Italië een modern industrieland. Industrie en handel concentreren zich rond Milaan in het Noorden, maar het uiterste Zuiden is nog steeds een van de economisch meest achtergebleven gebieden van Europa.

Italië heeft zijn economie, die voorheen voornamelijk op de landbouw was gebaseerd, uitstekend weten aan te passen aan de eisen van de nieuwe tijd. Industrieel gesproken is het tegenwoordig zelfs een van de meest actieve landen van Europa en neemt het op de wereldranglijst de zesde plaats in.

Behalve aardgas heeft het land weinig andere natuurlijke grondstoffen. Er is nauweljiks olie, ijzer of kolen. Veel grond is ongeschikt voor landbouw, waardoor Italië meer voedsel importeert dan exporteert. Naast de traditionele landbouw en de veeteelt heeft Italië zich toegelegd op de rijstteelt in de Povlakte en op de zijdeproductie in Lombardije en Veneto.

De economische kracht ligt in het verwerken en produceren van goederen in vooral kleine tot middelgrote familiebedrijven. De belangrijkste sectoren zijn auto's, machinebouw, textiel, kleding, schoenen, keramiek, chemie en voedselverwerking. De deegwaren, die op grote schaal worden geëxporteerd, zijn een belangrijk nationaal product.

62 procent van de bevolking werkt in het toerisme en de dienstverlening. De belangrijkste handelspartners zijn de VS en de landen van de Europese Unie. De auto- en modeindustrie exporteren hun producten wereldwijd.

Pers

De dagbladpers in Italië is sterk gedecentraliseerd. Bijna alle grote steden hebben een eigen krant. Toch worden de Repubblica (Rome), de Corriere della Sera (Milaan) en de Stampa (Turijn) in heel Italië verspreid. De dagbladen Gazzetta dello Sport uit Milaan en de Tuttosport uit Turijn en het landelijke weekblad Guerin Sportivo getuigen van de grote voorliefde van de Italianen voor alles wat met sport te maken heeft.

 

Mode

De Italianen zijn grote ontwerpers van dames- en herenmode. Hoewel in Rome en Firenze jaarlijks grote modeshows worden gehouden, is Milaan de modestad bij uitstek. Hier wordt ieder jaar de "Occhio d'Oro" uitgereikt, de prijs voor de beste pret-à-portercollectie. In Milaan hebben zich ook de meeste modeontwerpers gevestigd: Armani, Versace, Gianfranco Ferré, Nicola Trussardi, Dolce e Gabbana, Mila Schön, Laura Biagiotti, Romeo Gigli, enz.

Armani	Versace	Gianfranco Ferré

Nicola Trussardi	Dolce e Gabbana

De vele met de mode verwante beroepen en producten vormen trouwens een van de meest bloeiende sectoren van de Italiaanse industrie. De confectie is voor het grootste deel in Lombardije, Veneto, Toscane en Emilia-Romagna gevestigd. De zijdeproductie heeft zich rond Como geconcentreerd, wolfabricage in Prato en Biella. Firenze en Vicenza zijn bekend om hun lederwarenindustrie. Vicenza is bovendien een centrum van juweliers.